Thuis - Alles heeft een einde…
Voordat ik nu terug duik achter mijn geraniums, alle gemiste afleveringen van GTST ga bekijken en weer AH Pilsener kan gaan drinken… en voordat ook dit blog net als alle andere reisblogs verstoft, vergeten en verloren raakt in de donkere krochten van het wereld wijde web…. Voordat dat allemaal gebeurd; nog één verhaaltje…
Dit gebeurde bijna aan het einde van mijn reis. Ik zat in mijn eentje op grote hoogte in Langtang (dit klinkt misschien als een naam van een nare, grote, oude Chinese vrouw, maaar, het is stiekem gewoon een bergketen op de grens van Nepal en Tibet…). De hele ochtend was het kraakhelder weer geweest. De lucht was ijl en rook naar koude, verse sneeuw. Het volgende dorp zou waarschijnlijk nog vijf uur lopen zijn van waar ik toen was. Uit het niets kwamen er echter opeens vanuit het oosten diep donkere wolken aandrijven. Vijf minuten later begon het te sneeuwen en nog eens vijf minuutjes later kon ik met recht zeggen in een sneeuwstorm te zijn beland. Er was niet echt een plek om te schuilen, dus met een glimlach sjokte ik maar door,… de berg op. Toen de storm na twee uur weer was gaan liggen en de donkere wolken waren overgetrokken of opgelost, was het uitzicht werkelijk prachtig. Ik liep over een bergrug en zag rechts Nepal en links – in de verte - Tibet. Boven op een berg recht voor me stond een klein klooster. Na een tijdje van het nieuwe uitzicht genoten te hebben, besefte ik ook dat het pad (normaal te herkennen aan oude voetstappen in de sneeuw) eigenlijk volledig door de sneeuw was weggevaagd. Ik had geen idee of ik nu wel op het goede spoor zat. Ik probeerde om me heen wat herkenningspunten te vinden…. Maar ja, alles is bergen, stenen en sneeuw.. en.. Oja,.. dat klooster! Toen ik weer in de richting van dat kleine, oude bouwwerk keek, viel me opeens iets heel anders op; op slechts een kleine halve kilometer bij mij vandaan zat een dikke man in een rood gewaad op een steen. Een boeddhistische monnik? Toen ik dichterbij kwam zag ik dat hij met een broodtrommeltje op schoot zat te lunchen.
“Hoi!” zei ik (nou ja, in het Engels,.. dus het klonk natuurlijk meer als “Hi!” of “Hey”)
“Namaste” zei de monnik (dit betekent ook gewoon “hoi” denk ik). De man deed me een beetje denken aan een pandabeer. Ik vroeg hem of dat ik op de goeie weg was naar mijn volgende bestemming. Hij
keek me aan en lachte. “jij bent verdwaald” zei hij met een grote smile op zijn gezicht. “Ik ben verdwaald?” reageerde ik schaapachtig.
“Maar maak je geen zorgen mijn jong… we zijn allemaal verdwaald” zegt hij er meteen achteraan.
“Hoezo dat?”.
“We dwalen en we dolen en we hebben geen idee… en uiteindelijk gaan we allemaal dood”.
Nou zeg, mooi is dat. Dat tref ik weer, een depressieve, negatieve, dikke monnik die de hele dag hier op een steen zit. “En trouwens… Wat zit u daar nu eigenlijk te eten?!” vraag ik de monnik
verbaasd.
“Kip!” zegt hij terwijl hij nog een grote hap van de drumstick neemt.
“Maar alle boeddhistische monniken zijn toch vegetariër?!”
“Jah, raar hè… Kip is heerlijk!! Ze moesten es weten. Spijt zouden ze hebben!” Hij gooit het afgekloven kippenbotje het ravijn in en pakt nog een kluifje uit zijn trommeltje.
“Jij ook eentje?”
“lekker”
“Daarbij..” vervolgt hij zijn verhaal “..daarbij ben ik ook eigenlijk geen boeddhistische monnik. Ik zit hier gewoon iedere dag lekker kip te eten. Jah,… oke,.. ik draag misschien zo’n vreemde rode
jurk. Maar weet je .. die zit gewoon lekker… ik heb hem ooit es gratis mee mogen nemen uit een vreemd ashram niet ver van Kathmandu… nou, daar kom ik dus mooi niet meer hè! Maar ik draag hem hier
omdat hij dus lekker zit, ..en, aangezien hier nooit iemand komt, zit je ook niet voor lul”.
Nadat we een tijdje zwijgend naast elkaar de kippenpootjes op hebben zitten peuzelen zegt de nepmonnik “Jij denkt dat ik een beetje een negatieve en depressieve man ben hè?”. Ik lach “Nou, volgens
mij bent u wel relaxt, maar ’t is wel eng dat u mijn gedachten kunt lezen”. De man glimlacht en zegt rustig: “Ik ben absoluut niet depressief en dat negatieve valt denk ik ook wel mee. Ik zou
mijzelf graag een optimistische realist willen noemen! Laat ik het zo zeggen; voor mij is het totaal niet interessant of het glas nu halfvol of halfleeg is. Ik wil weten: ‘Waar is de kraan?’”. Hij
lacht.
“Maar, wat dóét u hier dan de hele dag?”
“Ik slaap, eet en denk af en toe es na over waar we met z’n allen nu mee bezig zijn”
“Oke. En heeft al antwoorden gevonden op vragen als,… euh… als; ‘is er leven na de dood?”
“hmm,.. Geen idee. Niet interessant ook. De echte vraag is volgens mij: ‘is er leven vóór de dood?’. Weet je jongen, de paradox van het leven is dat iedereen, ja iedereen op een dag dood gaat.
Zelfs zij die nooit geleefd hebben”.
“Aja, juist.. klinkt bijna als een tegeltjeswijsheid. Als we dan toch bezig zijn:… Wat is volgens u nu de zin van het leven?”.
“Lieve jongeman, het spijt me om te moeten zeggen maar ik denk echt dat het leven totaal zinloos is. Ik denk echter wel dat er een doel is. Nee, ik bedoel, net als jij weet ik zéker dat er één
duidelijk doel is in het leven… Het doel van het leven is de dood. Dit is in ieder geval het enige doel waar we met z’n allen op af lopen. De een loopt harder dan de ander, maar we lopen er
allemaal recht op af”.
Ik laat de woorden even tot me doordringen en zeg hem uiteindelijk eerlijk dat ik deze waarheid een trieste gedachte vind. Realistisch, ja… maar optimistisch?!?
Hij vervolgt: “Ons hele leven zijn we op weg richting de dood. Sommigen van ons nemen daarvoor de brede Autobahn. Ze zitten in een comfortabele Volvo met airco en stoelverwarming. Ze stellen hun
TomTom in en hun cruisecontrole. Ze hoeven niet meer na te denken. They’re on their way! Nou ja, soms moeten ze remmen voor een file. Dat irriteert ze. Ze lopen zichzelf op te fokken in de file,..
in de file voor de dood. De McDrive biedt soms gelukkig nog troost. Er komt een dag, zonder uitzondering, dat hun navigatiesysteem het verlossende woord spreekt: “bestemming bereikt!”. Lekker hè,
zonder al te veel problemen, in alle comfort en zonder zinloze omwegen eindigt dan hun reis. Misschien dat een enkeling op dat moment wakker schrikt en zich beseft te zijn vergeten om zich heen te
kijken. Maar goed, nu is het te laat (De Hindoe en Boeddhist hebben gelukt. Zij hebben na dit moment nog een ‘play again’- mogelijkheid waardoor ze weer van voor af aan kunnen beginnen. Met een
goed karma misschien weer als mens, anders wellicht als kakkerlak).
Naast de brede en overvolle Autobahn ligt ook een dichtgegroeid bos. Een enkeling, zonder Volvo, TomTom of kaart, loopt met een kapmes door dit bos. Er is geen pad, er is geen comfort. Er zijn
muggen, het regent en je hebt geen SkyRadio. Er ligt geen pad dus dat kappen ze zelf. Dan is er trouwens ook nog een kleine groep mensen die ervoor kiest om hun einddoel eerder te bereiken door
bijvoorbeeld hun polsen door te snijden. Zelf noem ik dit voor het gemak de ‘afsnijroute’. Nou goed, we snappen: het doel is exact hetzelfde alleen de weg is een beetje anders. En voor alle
duidelijkheid… ik zeg niet dat de ene beter is dan de ander hè!.. Ze zijn anders. Niets meer en niets minder”. De man stopt even met praten en grabbelt eventjes in zijn kleine tas. Hij haalt er
vervolgens een flesje rum uit, draait de dop eraf en neemt een flinke slok. Hij biedt mij ook aan en vervolgt: “Ik kan je een geheimpje vertellen: Het maakt niet uit welke route je kiest en wat je
doet… iedereen zal zijn of haar doel op een dag bereiken. Laten we deze dag voor het gemak je ‘deadline’ noemen. Onze deadline ligt ergens ver weg in een mistige toekomst. Sommigen krijgen plots te
horen dat hun deadline onverwachts is verschoven naar het eind van deze maand. Deze mensen hebben geluk”. “Geluk?!” vraag ik de nepmonnik verbaasd die nog een slokje uit zijn flesje neemt”. “Ja
natuurlijk, we weten allemaal hoe het werkt met deadlines voor de lange termijn… Als je een opdracht ergens ver weg in de toekomst af moet hebben dan gaan vandaag die schoentjes uit, beentjes op de
bank, afstandsbediening in de linkerhand en biertje in de rechterhand… de rest komt morgen wel. Als je te horen krijgt dat je echt niet meer tijd hebt dan één maand, dan worden je prioriteiten
opeens heel duidelijk, de tv gaat uit, je handjes gaan uit de mouwen en je blijkt ineens heel productief te kunnen zijn”.
“Tjsa, zit wat in.. nooit zo over nagedacht. .. Op welk pad zit u nu… en weet uzelf iets meer over uw deadline?”.
“Ik heb geen idee. Ik ben net als jij verdwaald en daarnaast ben ik mijn agenda kwijt dus kan ik mijn deadline ook niet checken. Ik woon nu een tijdje bij die monniken in dat klooster daar, maar
als de kip op is, ben ik er vandoor.”
De zon gaat bijna onder als de man voorstelt om samen met hem naar het klooster te lopen voor een hapje eten en een overnachting. “We eten vanavond pannenkoeken!”roept hij met zijn glimlach. “Wist
je trouwens dat je veel momenten in het leven ook kunt vergelijken met een pannenkoek met spek en stroop?”
“Haha! Komt er nu weer zo’n vreemde metafoor aan?... ha, oké,… nog eentje dan”
“Ja goed, nog eentje. Stel dat je nog nooit pannenkoeken met spek en stroop hebt gegeten, dan kun je de eerste keer dat je ervan hoort denken: ‘hè bah!... daar ga ik niet aan beginnen!’. Je zou ook kunnen denken: ‘hmm,.. klinkt apart… daar wil ik meer over weten. Je luistert watertandend naar de verhalen van mensen die ooit eens een pannenkoek met spek hebben gegeten en je bekijkt de foto’s die zij van hun pannenkoek hebben gemaakt. Je leest alle boeken die er geschreven zijn over avonturen met pannenkoeken met spek en stroop en uiteindelijk leer je zelfs het recept uit je hoofd. Echter de dag dat jij voor ’t eerst je eigen pannenkoek bakt en daarna je eerste hap neemt, dat moment doet alles wat je erover gehoord, gelezen en gezien had teniet. Je ontdenkt het zelf! Je ervaart het zelf!.. wat denk je daarvan?”.
“Ik heb trek in een pannenkoek” zeg ik.
De man zucht en we sjokken samen richting het klooster
“Heb jij eigenlijk nog een wijsheid die je met me wilt delen” vraag hij nog aan mij.
“Ja, natuurlijk!” zeg ik blij… eindelijk kan ik ook effe iets zeggen, maar.. voordat ik iets kan zeggen hoor ik een stem van ver weg “Eten!”….. en nog een keer “Eeeten!”… Dan plots blijkt de nepmonnik verdwenen te zijn…. En… meteen daarna verdwijnen ook de bergen… de sneeuw… de rotsen… Het wordt zwart voor mijn ogen.
“Eten!”. Nu herken ik duidelijk de stem van mijn moeder. Als ik mijn ogen open doen kijk ik door een groot raam naar buiten. Geen bergen, geen sneeuw…. Maar.. laagland. Vertrouwd laagland. “Eric,
kom je eten” roept ze nog een keer naar boven. Ik lach en sta op van de bank. Ik leg de afstandsbediening en lege bierflesje terug op tafel, ik doe de tv uit en loop naar beneden. Ik schuif aan en
ben blij om weer met mijn vader en moeder en mijn broer en zus aan tafel te kunnen zitten. We eten pannenkoeken. Het was een droom. Een mooie droom. Een prachtige droom van zeven maanden, maar het
is ook weer heel erg fijn om thuis te zijn. Tijdens het eten wordt me nog gevraagd of ik iets heb geleerd in die zeven maanden durende droom.
“Ja natuurlijk!” en ik denk aan de wijsheid die ik ook met de nepmonnik al wilde delen.
“Vergeet nooit:
Alles heeft een einde…
…en een worst…
…die heeft er twee…”
Houdoe en bedankt!
En tot snel!
Liefs
Eric
Reacties
Reacties
Hahaha geweldig verhaal!
Vetste monniken-verhaal tot nu toe! Van deze monnik wil ik wel vaker iets leren! Super koel.
Ow jaa! Moest van mijn moeder zeggen dat ze je verhalen met heel veel plezier heeft gelezen, maar dat ze het wel echt belachelijk vond dat je midden in een verhaal zomaar stopte.
Alweer thuis! Dan moet je vrijdag naar mijn verjaardagsfeestje komen :)
Welkom wakker...eh...thuis! Ik heb zo'n gevoel dat dit niet je laatste verhaal hierover is geweest, haha! Wanneer kom je ze ons zelf vertellen?
Tot snel!
Eric, wat gaat er toch allemaal om in dat hoofd van jou, wat een verhaal weer, heerlijk
Tof, ik vond het al dubieus toen de Tomtom, Skyradio en de pannenkoeken voorbij kwamen ;)!
jaja, ik heb het gelezen! Leuk verhaal hoor over de monnik. En de pannenkoeken waren verrukkelijk! Ik heb het zelf ervaren :D
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}